Klimaatgebieden
Klimaatgebieden
Er zijn op de wereld veel verschillende klimaten. Die lopen in elkaar over, en niet in een harde lijn zoals je meestal op een kaart ziet. Die grens word op de kaart aangegeven door de verschillende kleuren voor elk klimaat. Het bepalen van die grens noem je classificeren. De klimaatclassificatie van Köppen is gebaseerd op alle planten en het klimaat in een bepaald gebied. Grote gebieden met hetzelfde klimaat zijn klimaatgebieden. Deze lijken door het landschap heel erg op de landschapzones.
Klimaatfactoren
- De geografische breedteligging. Hoe hoger de breedte, hoe schuiner de zon op de aarde valt, dus hoe kouder het is. De koude lucht kan ook minder vocht vasthouden, waardoor er minder neerslag is.
- Gebergte en hoogte. Hoe hoger de berg, hoe kouder het wordt. Achter een berg ligt meestal een droog gebied, omdat de wolken tegen de berg aan botsen en er nier overheen komen.
- Het type oppervlak. De zeeën en oceanen warmen veel langzamer op en koelen veel langzamer af dan land. Gebieden die aan zee liggen hebben daarom ook te maken met net andere temperaturen in de zomer en winter.
Contrasten
Veel klimaten lijken niet verklaarbaar. Maar als je dan nog eens goed kijkt naar de omliggende zeeën en de luchtstromen, wordt alles duidelijk. Zoals bijvoorbeeld het woestijnklimaat in het westen van de Verenigde Staten. Door gebergten wordt neerlag tegen gehouden, en de koude zeestroom zorgt voor een koude lucht.
Oefenvragen
1. Wat betekend classificeren?
Classificeren is het bepalen van een grens tussen twee verschillende klimaten.
2. Noem een van de klimaatfactoren, en leg uit wat er gebeurt.
- De geografische breedteligging. Hoe hoger de breedte, hoe schuiner de zon op de aarde valt, dus hoe kouder het is. De koude lucht kan ook minder vocht vasthouden, waardoor er minder neerslag is.
- Gebergte en hoogte. Hoe hoger de berg, hoe kouder het wordt. Achter een berg ligt meestal een droog gebied, omdat de wolken tegen de berg aan botsen en er nier overheen komen.
- Het type oppervlak. Gebieden die aan zee liggen hebben te maken met andere temperaturen in de zomer en winter dan gebieden die niet aan zee liggen.